In den vreemde
Bernadette Tijssens is mantelzorger van haar moeder, die dementie heeft. Bernadettes ouders wonen in een zorgcentrum in Alkmaar.
Wat een plezier, en soms veel gezucht, beleef je aan het leren van een nieuwe taal. Ik werd mij hier weer eens van bewust toen ik voor een reisje naar Spanje wekenlang dapper probeerde het Spaans onder de knie te krijgen.
Spaans oefenen
Dankbaar oefende ik zo nu en dan met een Spaanse medebewoner op de verpleegzorgafdeling van mijn moeder. Buenos dias, buenas tardes. Esta es mi madre: 'Dit is mijn moeder', wist ik met redelijk gemak uit te spreken en Meneer Spaans vond het, geloof ik, best wel leuk dat hij eventjes in zijn moedertaal kon spreken. En ik waande me al even een beetje in den vreemde.
Veel schik
Op de verpleegafdeling waar mijn moeder zich bevindt, kan ik vaker met plezier even in den vreemde zijn. Zo woont er een Indische dame, die ik met liefde in haar, voor mij enigszins bekende, thuistaal benader. 'Apa kabar', hoe gaat het? 'Baik!' – goed – zegt zij dan stralend terug. Ik slinger er nog een paar andere korte zinnetjes achteraan en samen hebben we echt schik. Zij blij en ik ook.
Geen woord Nederlands
Dan woont er ook nog een, beetje chique, meneer met een prachtige Franse achternaam, die er zichtbaar van geniet als je daar even de nadruk op legt. Niet La maar Le, benadrukt hij steevast terwijl hij zijn zijden sjaaltje even rechttrekt. En ook niet te vergeten de schattige Afghaanse dame, die maar prevelend wat heen en weer schuifelt in dit toch vrijwel uitsluitend Hollands georiënteerde huis. Ze spreekt geen woord Nederlands maar kijkt je direct lachend aan als je 'salaam aleikum' zegt. In den vreemde, je zal er maar verkeren?
Afstemmen
Regelmatig sta ik even stil voor een klein gesprekje met mensen die net als mijn moeder door de dementie steeds moeilijker op woorden kunnen komen of die woorden gebruiken die ons vreemd zijn maar 'slechts' het gevolg zijn van de afasie waaraan zij lijden. Ik hou van deze gesprekjes. Ze leren mij namelijk veel beter te luisteren. Ze leren mij toon, melodie en context te horen. Ik probeer aan te sluiten, ik tast behalve met mijn gehoor, met al mijn andere voelsprieten naar de stemming van het verhaal. En zo babbelen we samen verder, in den vreemde ontmoeten we elkaar. Dat doet goed!