De invloed van onze gedachten
Niet het gedrag van de ander geeft ons een vervelend gevoel, maar onze eigen gedachten hierover. Door je hiervan bewust te worden, begrijp je jezelf en je naaste met dementie beter.
Als de ander iets onbegrijpelijks doet of je kwaad maakt, is het nog maar een kleine stap naar een conflict. Het is echter niet het gedrag van de ander dat je boos maakt, maar hoe jij over die gebeurtenis denkt. Door die gedachte te veranderen, krijg je ook een ander gevoel. Psycholoog Suzanne van den Dries legt uit hoe dit werkt. Stel, je ligt in bed en je wordt wakker van een hard geluid. Je denkt dat een inbreker een ruit inslaat. Of je denkt dat de kat een vaas omstoot. De gedachte aan een dief veroorzaakt angst en de gedachte aan een kat niet, terwijl het geluid en de situatie identiek zijn.
Verdriet over verandering
Suzanne van den Dries werkt als GZ-psycholoog voor Geriant en begeleidt mensen met dementie en hun mantelzorgers. Zij ziet veel verdriet bij mantelzorgers vanwege een veranderde relatie met hun dierbare. ‘Het is voor mantelzorgers erg pijnlijk om te beseffen dat hun partner of naaste nooit meer de oude zal worden.’ Om met die pijn om te gaan, leert Van den Dries mantelzorgers om goed te kijken naar hun gedachten. Want die veroorzaken pijn.
Bewust worden van gedachten
Een methode die Van den Dries gebruikt om mensen bewust te maken van hun eigen gedachten, is het 4G-schema. De vier staat voor: Gebeurtenis, Gedachte, Gevoel en Gedrag. De werkwijze is als volgt. Je maakt vier kolommen. In de eerste schrijf je wat er is gebeurd (het conflict), in de tweede wat je gedachte hierover is, in de derde wat je gevoel is en in de vierde hoe je handelde (het gedrag). ‘Zo zoom je in op een situatie en bekijk je van een afstand je eigen gedrag en dat van de ander.’
Ik kom nergens meer!
Ter verduidelijking beschrijft de psycholoog een veel voorkomende situatie. Een mantelzorger zegt tegen haar partner met dementie dat ze even weg gaat voor een afspraak. Haar partner vraagt: ‘Ga je alweer weg?’ (Gebeurtenis). De mantelzorger denkt: ‘Ik ga bijna nooit meer ergens naar toe, dit is mijn enige uitje. Deze vraag is zo onrechtvaardig!’ (Gedachte). Die gedachte leidt tot boosheid (Gevoel). ‘Ik ga helemaal niet vaak weg! Ik kom juist nergens meer!’ (Gedrag). En vervolgens ontstaat er irritatie of een woordenwisseling.
Andere betekenis horen
Die reactie is begrijpelijk. Een mantelzorger is moe, ervaart stress of wil zelf begrip of troost. Terwijl de ander met de vraag ‘Ga je alweer?’ misschien eigenlijk bedoelt: ‘Jij bent mijn veilige anker, ik vind het spannend dat je gaat.’ Van den Dries: ‘Als een mantelzorger deze betekenis hoort in plaats van een verwijt, zorgt dat voor berusting en meer begrip.’
Dagboek
Los van deze methode is het volgens de psycholoog altijd goed om je gedachten op papier te zetten. Dat kan ook in een dagboek. ‘Het schrijven maakt je bewust van al die gedachtespinsels in je hoofd en de invloed hiervan op je gevoel. Zo ontstaat er meer ruimte voor rouwverwerking en voor de acceptie van verlies’.
Meer informatie
Wilt u in contact komen met een GZ-psycholoog? Bespreek het met uw casemanager of huisarts.