Druk deze pagina afPrint deze pagina

Wat zou u doen? Lezers adviseren lezers

Mijn schoonmoeder lijdt aan dementie. Het gaat nu nog redelijk, maar de zorg wordt steeds zwaarder voor mijn schoonvader. Zelf wonen we te ver weg om veel te kunnen bijspringen. Wij denken dat het voor hen allebei veel beter is om te verhuizen naar een zorginstelling bij ons de buurt. Als ze dat nu doen, kunnen ze samen blijven en kunnen wij ook meer helpen. Maar mijn schoonvader wil dit niet. Hij ziet niet dat hij daardoor straks misschien van zijn vrouw gescheiden wordt. Hoe kunnen we hem toch overtuigen? Jan Beenhakker

'Dit is voor mij een herkenbare situatie. Mijn moeder heeft beginnende dementie, al ontkent ze dat zelf in alle toonaarden. Mijn vader heeft ook allerlei gezondheidsproblemen. Hij kon de zorg steeds minder goed aan. Tot een jaar geleden woonden ze in een seniorenappartement: allesgelijkvloers, maar geen zorg voorhanden. Ik probeerde het onderwerp verhuizen wel eens ter sprake te brengen, maar daar waren ze nog lang niet aan toe. Toen mijn moeder een herseninfarct kreeg moest er echt iets gebeuren. Ik heb het zo gebracht dat het vooral een voorzorgsmaatregel zou zijn om zich in te schrijven voor een aanleunwoning. En dat ze die altijd nog konden weigeren. Het onderwerp dementie heb ik zorgvuldig vermeden. Wat hielp is dat verschillende kennissen al in het aanleuncomplex woonden. Daar zijn we een paar keer op de koffie geweest, zodat mijn ouders de huisjes konden zien. Langzaam wenden ze aan het idee en begonnen ze de voordelen te zien. Toen er een woning vrij kwam, hebben ze zelf besloten die te accepteren. Ze zijn nog elke dag blij dat ze dat hebben gedaan, al moeten ze eraan wennen dat ze op een bel kunnen drukken voor hulp. Mij geeft het rust dat er op ze wordt gelet. Het blijft een zorg, maar ik kom nu tenminste weer toe aan mijn eigen leven.' Wilma van Niekerk, Hoorn

'Verhuizen om dichter in de buurt van je kinderen te wonen lijkt heel aantrekkelijk. Maar niet voor niets gaat het gezegde: “Oude bomen kun je beter niet verplanten.” Mensen met dementie in het bijzonder hebben vaak extra moeite om te wennen aan een nieuwe woning en omgeving, ook al verhuist hun partner mee. Problemen met oriëntatie kunnen daardoor erger worden. Maar ook voor de partner zelf kan verhuizen naar een andere woonplaats nadelig zijn.Ook die raakt de vertrouwde omgeving met vrienden, kennissen en clubs kwijt. Daardoor valt de steun vanuit het sociale netwerk weg, die juist zo nodig is om je als mantelzorger beter staande te houden. En als je in beslag wordt genomen door de zorg voor je partner met dementie valt het niet mee om een “nieuw” sociaal netwerk in een andere woonomgeving op te bouwen.Anders is het, als iemand geen partner meer heeft. In die gevallen kan het zeker wenselijk zijn om te zoeken naar een zorginstelling/verpleeghuis in de buurt van de kinderen. Begin op tijd om je te oriënteren. Bezoek bijvoorbeeld eens een open dag, of plan een kennismakingsgesprek. Maak een zorgvuldige afweging en wees, als kinderen, ook eerlijk en realistisch over de hulp die je kunt en wilt bieden.' Pascalle Schmitz, dementieconsulent

'Toen bij mijn vrouw vasculaire dementie werd vastgesteld, was het voor mij al meteen duidelijk dat er een moment zou komen dat ik haar zelf niet meer zou kunnen verzorgen. Daar zijn we tegenover elkaar ook altijd heel eerlijk over geweest. Al vroeg ben ik begonnen om me te oriënteren op de mogelijkheden. Ik heb verschillende zorginstellingenbezocht, zowel traditionele verpleeghuizen als kleinschalige voorzieningen. Toen mijn vrouw eenmaal een indicatie had, ben ik samen met haar naar twee instellingen geweest om te zien waar ze zich thuis zou voelen. Allebei kleinschalig, want dat had inmiddels wel mijn voorkeur. Ze was heel stellig in haar keuze en ik was het helemaal met haar eens.Binnenkort woont ze daar al weer zes jaar. Natuurlijk was het heel moeilijk en verdrietig om me erbij neer te leggen dat ik niet meer zelf voor haar kon zorgen. Maar doordat we er samen zo mee bezig zijn geweest, en samen de plek hebben uitgekozen, heb ik niet het nare gevoel dat ik haar heb weggestopt. Ik ga zo vaak ik kan op bezoek. Als ik dan zie hoe ze met haar omgaan en hoe tevreden en blij ze daar is, weet ik dat het een goede beslissing is geweest. Dit had ik haar thuis zelf nooit kunnen bieden. Wat ik aan andere mantelzorgers zou willen meegeven, is dat je de realiteit onder ogen moet durven zien en op tijd voorbereidingen treft. Als je te lang wacht loop je grote kans dat er niets meer te kiezen valt.' Simon Bakker, Heiloo

 

Heeft u ook een vraag aan mede-mantelzorgers?

Stel uw vraag via info@mantelzorgnieuwsbrief.nl, met de vermelding 'lezersvraag'.Uw naam wordt alleen bij de vraag vermeld als u dat goed vindt.

Nieuwe lezersvraag:

Mijn man is een meester in het verbloemen van zijn dementie. Als we in gezelschap zijn, of bezoek hebben, praat hij honderduit en is hij heel sociaal en gezellig. Maar zodra we thuis zijn, draait hij om als een blad aan een boom. Dan moet ik het ontgelden. Soms denk ik dat hij het erom doet. Als ik mijn hart lucht bij kennissen of vrienden vinden ze dat ik de ziekte van mijn man overdrijf. Ze geven mij het gevoel dat ik me aanstel. Maar zij zien hem alleen maar in goeden doen. De nare kanten bewaart hij voor mij, zo voelt het tenminste. Het onbegrip van mijn vrienden maakt het voor mij nog zwaarder, terwijl ik juist zo'n behoefte heb aan hun steun. Hoe kan ik ze overtuigen van de ernst van de situatie? Anneke van Mierlo

Wat zou ú doen? Stuur uw reactie naar info@mantelzorgnieuwsbrief.nl, met de vermelding 'lezersvraag'.



 

< Terug naar home
Deel deze pagina